Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Doopborgen

betekenis & definitie

degenen, die zich bij het → doopsel borg stellen voor de christelijke vorming van den doopeling. Afzonderlijk worden ze → peter en → meter genoemd. Uitgesloten zijn daarvan de ouders, echtegenoot(e), kinderen, religieusen en hoogere geestelijken, niet-katholieken en met-name-geëxcommuniceerden. De doopborgen moeten bij den doop hun petekind aanraken of aanstonds daarna opnemen; vandaar de in Vlaanderen gebruikelijke uitdrukking doopheffen. Tusschen de D. en den doopeling bestaat het huwelijksbeletsel van geestelijkeaanverwantschap.

< >