religieuzen van de → Tweede Orde van den H. Franciscus, door dezen in 1212 in samenwerking met de H. Clara gesticht. Zij leiden een beschouwend leven. De ontwikkeling van den orderegel, in verband met het onderhouden der armoede, is zeer ingewikkeld en leidde tot de volgende thans bestaande takken.
1. Clarissen (van de oorspronkelijke observantie);
2. Clarissen-Urbanisten, (een verzachting van den regel, in 1263 door Paus Urbanus IV ingevoerd, doch niet overal toegepast);
3. Clarissen-Colettinen (een strenge hervorming in 1471 door de H. Coleta ingevoerd);
4. Capucinessen-Clarissen (volgens den eersten regel van de H. Clara en in 1538 door de Eerbiedwaardige Laurentia Longa gesticht);
5. Alcanterinerinnen (naar de hervorming van den H. Petrus van Alcantara);
6. Conceptionisten.
De Clarissen-Urbanisten hebben in Nederland 2 kloosters onder jurisdictie der → Minderbroeders; de Clarissen-Colettinen hebben in Nederland 3 op zichzelf staande kloosters met eigen noviciaat en postulaat. In België hebben verschillende takken der Clarissenorde 37 kloosters. Zie Capucinessen.