Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Cappa magna

betekenis & definitie

de ruime mantel met sleep (→ cauda), van voren tot de voeten afhangend, maar opgeplooid op de armen gedragen, en overdekt met een groote kap, die ’s winters van bont is: het waardigheidsteeken van → kardinalen, → bisschoppen en als privilege van andere → prelaten; soms van → kanunniken, bij wie de C. M. van voren open is. De cappa magna van kardinalen is van roode zijde, die van anderen van paarse stof, die van religieuzen in de kleur van hun Orde (→ Minderbroeders in de oorspronkelijke kleur hunner orde: grijs).

< >