Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Beuk

betekenis & definitie

(schip), het langwerpige deel van een kerk, waarvan de omtrek door muren of zuilen is aangegeven. Meerbeukige kerken hebben een middenbeuk of middenschip (van hoofdingang naar hoofdaltaar), en evenwijdig daaraan één of meerdere zijbeuken. Loodrecht op de lengtebeuk staat de dwarsbeuk (→ transept).

< >