Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zuid-West-Afrika

betekenis & definitie

Mandaatgebied der Unie van Zuid-Afrika. Voor den Wereldoorlog was Z. een Duitsche kolonie met den naam Duitsch-Zuid-West-Afrika.

Aardrijkskunde Ligging: 17° tot 28°57'Z. en van den Atlantischen Oceaan tot 21°0. Wordt begrensd: in het N. door Port. Angola, in het O. door Beetsjoeanaland en Kaapprov., in het Z. door Kaapprov., in het W. door Atl. Oceaan; beslaat ruim 800.000 km2; van 1.000 tot 1.335 m boven zeespiegel. Tusschen den Oceaan en de binnenl. hoogvlakte ligt een zandwoestijn, gem. 96 km breed. Klimaat: warm en droog.

Bevolking: ca. 30.000 Blanken, 225.000 Bantoes, 300.000 Kleurlingen, Hottentotten en Boschjesmannen. Plaatsen met meer dan 1.000 Blanke inwoners: de hoofdstad Windhoek met ca. 4.000 Blanken, Luderitz 1.250, Keetmanshoop 1.200, Swakopmund 1.200. Middelen van bestaan: eenige landbouw, meer veeteelt, verder mijnbouw, vnl. koper en diamant. Het gebied vormt de apostolische vicariaten van Windhoek (bediend door de Oblaten van Maria; telt ca. 12.000 Katholieken) en van Groot-Namaqualand (bediend door de Oblaten van St. Franciscus van Sales, met ca. 6.500 Kath.)

Besselaar.

Geschiedenis Het gebied, ten N. van de Oranjerivier en ten O. begrensd door de Kalahari, was in de 17e en 18e eeuw bewoond door Hottentotten en stond bekend als Groot-Namaqualand. Geleidelijk vestigden er zich Afrik. veeboeren, vandaar de vele Hollandsche plaats- en bergnamen. Van 1805 af onderhield het Londensche Zendinggenootschap er Duitsche Zendelingen, in 1840 door die der Rijnsche zending vervangen. 1876 sloot de Kaapsche regeering verdragen met enkele stammen in het geheele gebied tot op de grenzen van Angolaland; de Britsche regeering weigerde de Kaapsche verdragen te bekrachtigen; alleen Walvischbaai, de eenige goede haven aan deze kust, werd in 1878 met de aangrenzende kuststrook door Groot-Brittannië genaast. In 1883 verkreeg de Breemsche koopman Adolf Lüderitz afstand van → Angra Pequena en in 1884 stichtte het Duitsche Rijk hier een protectoraat, bekrachtigd door verdragen met Portugal in 1886 en met Engeland in 1890. De Duitschers onderwierpen Hottentot-stammen en sloten in 1896 een tractaat met Hendrik Witbooi, een Hottentotsch hoofdman. De volgende tien jaren ontwikkelde het land zich voorspoedig: Swakopmund werd als haven aangelegd en een spoorweg vandaar naar de hoofdstad Windhoek. In 1904 brak de Herero- en Bondelzwart-opstand uit; Hendrik Witbooi sloot zich daarbij aan, hij stierf in 1905; generaal von Trotha onderdrukte den opstand en dreef de oproerige stammen de woestijn en daarmede den hongerdood in; 1908 werd vrede gesloten.

Na de ontdekking van diamanten in 1913 nam de Blanke bevolking toe; landbouw, veeteelt en nijverheid bloeiden. Bij het uitbreken van den Wereldoorlog in 1914 annexeerde gen. Botha het land voor Groot-Brittannië; in 1918 werd het bij den Vrede van Versailles als mandaatgebied toegewezen aan de Unie van Zuid-Afrika om het te regeeren volgens de wetten der Unie. In 1925 voerde zij een gemengd bestuur in onder een administrateur met Uitvoerenden Raad van 4 en een Wetgevenden Raad van 12 gekozen en 6 benoemde leden.

Besselaar.

Lit.: Off. Jaarboek, Unie van Z.A. (1927).

< >