(Hydrophiinae), een onderfamilie van de groep der gifttandigen van de orde der slangen; verschillen van alle slangen door den roeistaart. Het voorste deel van het lichaam is rolrond, het achterste deel zijdelings samengedrukt, de staart is zeer kort en aan weerszijden sterk samengedrukt.
Het gebit der bovenkaak bestaat uit gegroefde gifttanden, waarachter nog een aantal kleine tanden, dat der onderkaak uit sterke grijptanden. De grootste is 4 m lang, de meeste bereiken geen 1 m lengte.
Zij leven uitsluitend in zee, vooral aan riviermondingen. Alle brengen levende jongen ter wereld.
Hun woonplaatsen zijn de Indische en Groote Oceaan. De geringde platstaart, (Laticauda L.), 1 m lang, is van boven blauw- of groenachtig zwart, van onder geelachtig; de tweekleurige zeeslang (Pelamydrus platurus L.), 0,85 m lang, bruinzwart, de onderzijde geel; de gestreepte roeistaartslang (Distera cyanocincta Dand.), 1,75 m lang, is olijfgroen, de onderzijde groengeel, geteekend met 50 tot 75 zwarte banden; deze, een der meest voorkomende z., leeft van de Perzische golf tot de Japansche Zee.Keer.