(Lat. vakterm: beatificatio; < Lat. beatus = zalig) is de plechtige verklaring van den paus (minder plechtig evenwel dan dc heiligverklaring), dat een dienaar van God de hemelsche glorie deelachtig is; wat de gevolgen daarvan betreft, een zaligverklaarde mag niet zooals een heiligverklaarde overal in het openbaar vereerd worden, doch alleen op de plaatsen en de wijze, waarvoor de paus verlof heeft gegeven.
De z. kan op twee wijzen geschieden.
1° De gewone wijze (Lat. vakterm: via ordinaria seu non cultus). Aangezien een overledene niet in het openbaar vereerd mag worden, vóórdat de Kerk hem officieel als heilige of zalige erkend heeft, zal het in den regel een overledene betreffen, wien tot nog toe geen openbare vereering bewezen is (non cultus, Lat. = geen vereering). Het proces bestaat uit twee deelen: a) het voorafgaand proces, dat voor den plaatselijken ordinaris (in den regel: de diocesane bisschop) gevoerd wordt en dient om het materiaal voor het eigenlijke proces te verzamelen; vandaar heeft de plaatselijke ordinaris te onderzoeken: 1° de geschriften van den dienaar van God; 2° den roep van zijn heiligheid, deugden in het algemeen of martelaarschap, alsmede van zijn wonderen; 3° of den overledene tot nog toe geen openbare vereering bewezen is. De processtukken worden ten onderzoek gezonden aan de Congregatie der Riten, welke bij gunstige beoordeeling den paus adviseert, toestemming te verleenen tot het plaats hebben van het eigenlijke proces, b) In dit eigenlijke, apostolische proces (Lat. vakterm: processus apostolicus) worden de deugden, resp. het martelaarschap in drie instanties behandeld (congregatio antepraeparatoria, praeparatoria, generalis); dan wordt het decreet betreffende de heldhaftigheid der deugden, resp. betreffende het martelaarschap opgesteld en bekend gemaakt; van dan af aan heeft de overledene den titel van Eerbiedwaardige (Lat. vakterm: Venerabilis). Op dezelfde wijze, wederom in drie instanties, wordt vervolgens de echtheid onderzocht der vereischte wonderen, welke twee tot vier in getal moeten zijn, al naar gelang het soort van bewijsmiddel, dat ervoor wordt aangevoerd; en nadat het decreet houdende de erkenning der wonderen is uitgevaardigd, vindt in tegenwoordigheid van den paus de definitieve behandeling van de vraag plaats: „of veilig kan worden overgegaan tot de zaligverklaring van den Dienaar van God” (an tuto procedi possit ad beatificationem Servi Dei). In geval van gunstige beslissing heeft dan de z. plaats.
2° De buitengewone wijze (Lat.: via extraordinaria, cultus seu casus excepti, beatificatio aequipollens). Hoewel een overledene niet in het openbaar vereerd mag worden, vóórdat hij in het register der heiligen of zaligen is opgenomen, is zulks feitelijk toch dikwijls genoeg geschied. In zoo’n geval heeft de z. aldus plaats, dat (overigens eveneens door middel van een proces) van den paus de uitdrukkelijke goedkeuring der feitelijke vereering verkregen wordt. Deze wijze van z. is echter alleen maar mogelijk voor dienaren van God, die tusschen 1181 en 1634 in het bezit der door de Kerk gedulde feitelijke vereering geweest zijn (C.I.C. can. 2125, § 1).
Voor geschiedenis, zie onder ➝ Heiligverklaring.
Voor het tegenwoordig voor z. en heiligverklaring geldend kerkelijk recht, dat hierboven schematisch is weergegeven, zie C.I.C. can. 1999-2142. Schweigman.
Lit.: Fornari-Santarelli, Codex pro postulatoribus causarum beatificationis et canonizationis (Rome 1923).
Liturgie.
1° Gewone wijze van z. heeft plaats in de basiliek van St. Pieter te Rome. Deze (vooral haar absis) is voor die gelegenheid luisterrijk versierd. Boven het altaar, aan de pilaren en in den gevel hangen voorstellingen van de apotheose, wonderen, soms ook van episoden uit het leven van den nieuwen zalige. Niet de paus, maar de kardinaal-prefect der Congregatie van de Riten leidt de plechtigheid. Deze bestaat uit: voorlezing der Beatificatie-breve, onthulling van het beeld van den nieuwen zalige, relikwie-uitstelling, het zingen van het Te Deum met oratie van den zalige, driemaal bewierooking van zijn beeld en plechtige H. Mis. Des namiddags begeeft zich de paus naar de basiliek om den nieuwen zalige te vereeren. Daarna wordt in een of andere kerk van Rome een Triduum gehouden.
2° De buitengewone wijze van z. bestaat hierin, dat de pauselijke goedkeuring alleen wordt bekend gemaakt en dat er een Triduum hier of daar te Rome gehouden wordt.
Lit. : Les cérémonies de la Beatification et de la Canonisation (Rome). Vermist.