Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zaadlobben

betekenis & definitie

(plantk.), kiembladen of cotylen, dikke bladachtige deelen, die aan de kiem van het zaad vastzitten en die het voedsel bevatten, dat noodig is voor de ontwikkeling van de kiem. Het aantal der z. bedraagt één bij de Monocotyledones of eenzaadlobbige planten, twee bij de Dicotyledones of tweezaadlobbige planten, één of twee bij varenplanten en meer dan twee bij de Gymnospermen.

Bij de ontkieming blijven zij dikwijls in het zaad besloten en in den grond, bijv. bij eik en erwt; soms echter komen zij ook boven den grond. Zij zijn dan groen en doen dan ook dienst als assimilatie-orgaan bijv. bij witte boon en bij voedselarme zaden met vlakke cotylen.

Als de z. in het zaad blijven, ontwikkelen zij zich soms ook als zuigorgaan, dat het voedsel uit het zaad oplost en toevoert aan de jonge plant, bijv. bij palmen. Melsen.