of g l ij d i n g s m o d u l u s. Hieronder verstaat men de kracht per oppervlakteeenheid G, welke noodig is om een afschuiving over 45° te bewerkstelligen.
Wanneer men zich een kubus denkt, waarvan het bovenvlak door een horizontale kracht P, evenwijdig aan één der zijden, wordt belast en waarvan het ondervlak wordt vastgehouden, zullen twee tegenovergestelde zijvlakken een hellenden stand aannemen. Wanneer de aldus met den oorspronkelijken stand gevormde hoek φ de waarde van 45° bereikt, is de benoodigde kracht P per oppervlakte-eenheid G geworden.
De schuifspanning is nl. r=P/F=G tgφ, dus evenredig met de afschuiving. v. Lammeren.