Weefstoel. Men onderscheidt: hand-, machinale en automatische w.
Er zijn speciale w. voor de diverse soorten weefsels. Voornaamste onderdeelen: garen- of kettingboom, strijkboom, schaften of schachten, eventueel harnas, lade met riet, borstboom en stof of wikkelboom of onderlooper.
Bij machinale w. worden de schaften door excentrische schijven of door schaftmachines bewogen; het slaan van de lade tegen de stof wordt door krukken en het wegslaan der weefspoelen door nokschijven in verbinding met slagstokken verkregen. De kettingdraden van w. met harnasinrichting worden door de → Jacquardmachine bewogen.
Vgl. → Weefkunst; Weefsel (2°); Weven.Schroeder.