Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Watteau

betekenis & definitie

Jean Antoine, schilder. * 10 Oct. 1684 te Valenciennes, † 18 Juli 1721 te Nogent s. Marne.

In 1702 naar Parijs, waar hij leerling werd van Gillot, door wien hij in contact kwam met tooneelspelerskringen, wat van grooten invloed op zijn kunst zou worden. W. is een der grootste figuren der Fransche schilderkunst.

Eenigszins beïnvloed door Vlaamsche genreschilders (D. Teniers e.a.) en door Rubens, schiep hij een nieuw genre: zijn elegante „fêtes champêtres” vertolken beter dan wat ook de speelsche Fransche gratie.

Met veel verbeeldingskracht en met onuitputtelijke variatie op het thema, schilderde hij kostbaar uitgedoschte gezelschappen buiten, in genoegelijk samenzijn. Stijl en stemming dezer hoofsche stukjes, schertsende dames en heeren, gegroepeerd in paradijsachtige tuinen, worden niet weinig veredeld door ’s meesters smeltende kleuren en luchtige penseelstreek.

Zijn fantasie in het uitbeelden van costumes en decors was zóó treffend, dat hij invloed uitoefende op de mode en het tooneel van zijn tijd. Zijn figuren zijn bezield met een sterk innerlijk leven en zijn stemmingsvolle, poëtische landschappen zijn vol gevoel voor natuur en atmospheer.

Achter zijn onderwerpen van galante feesten verbergt zich een tragiek: het zijn als wenschdroomen naar een wereld, die voor hem, den eenvoudigen volkszoon, onbereikbaar was. Lit.: E. Zimmermann, W. (in: Klassiker der Kunst, 1912); E.

Hildebrandt, W. (1922). Schretlen.