Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Waarzeggerij of wichelarij

betekenis & definitie

omvat het voorspellen der toekomst, het bekend maken van verborgen dingen uit het heden en het verleden, het aanduiden van de verborgen oorzaken van een ziekte, doodsgeval enz. door middel van helderziendheid, kaartleggen, werpen van dobbelsteenen, het lezen uit de lijnen der hand, uit de ingewanden der offerdieren, het oproepen van dooden (necromantie), het verklaren van de onsamenhangende woorden van een door de godheid bezeten ziener of zienster (mantiek, < Gr. mainomai = razen), den loop der sterren (astrologie) enz., enz. Zie ➝ Astrologie, Chiromantie, ➝ Kaartleggen. De w. is onder de meest verschillende vormen van de oudste ons bekende tijden af tot heden toe beoefend geworden. Zij is vaak uitgegroeid tot een ingewikkelde, systematisch opgebouwde techniek, zooals in de Babylonische astrologie en horoscopie.

Zij was vaak areligieus en werd dan geheel buiten en soms zelfs tegen den officieelen godsdienst uitgeoefend, maar werd even dikwijls met den godsdienst verbonden. De w. is van de ➝ profetie te onderscheiden, zooals het bijgeloof van den godsdienst. In vele gevallen is zij in onze tijden een onschuldige kermisvermakelijkheid geworden, maar zij is toch nog dikwijls genoeg een teeken van religieuze verwording en een oorzaak van zedelijke ellenden. Bellon.Lit.: L. Roure, Au pays de l’occultisme (1925); F. Freudenberg, Der Blick in die Zukunft. Die Wahrsagekunst im Spiegel der Zeit (1919). Zie ➝ Orakel.

Moraal Het beoefenen van de w. met uitdrukkelijke aanroeping van den duivel is altijd doodzonde; w. met impliciete aanroeping van den duivel is insgelijks op zich zelf doodzonde, zal echter in veel gevallen dagelijksche zonde zijn, wanneer zij geschiedt uit onwetendheid, naïveteit of gebrek aan vast geloof.

Het raadplegen van waarzeggers is uiteraard zware zonde en is dat doorgaans wanneer men het ernstig bedoelt; zal echter dikwijls van zware zonde vrij te pleiten zijn wegens onwetendheid of omdat men het niet ernstig meent, het enkel doet uit lichtzinnigheid of voor de grap. A. Janssen.