Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Tentoonstelling

betekenis & definitie

Het doel van een t. is op aantrekkelijke wijze verschillende soorten voortbrengselen van menschelijke activiteit, of aanschouwelijke voorstellingen daarvan, zooals op het gebied van kunst, hygiëne, techniek, nijverheid, landbouw en veeteelt, verkeer, enz., in het openbaar te vertoonen, ten einde hieraan in ruimen kring bekendheid te geven en daardoor een opvoedende werking op het publiek uit te oefenen. Het oudste zijn de kunsttentoonstellingen en hierbij wordt ook het boven omschreven doel het meest zuiver aangetroffen. De latere t., nijverheids- en industrietentoonstellingen, landbouw- en veeteelttentoonstellingen, enz., krijgen meer een economisch karakter, en naast het hoofddoel treden verschillende nevendoeleinden naar voren: het propaganda- en reclame-effect wordt meer beoogd, dit weer ter bevordering van productie en afzet. In zooverre staan de t. op één lijn met markten en jaarbeurzen, maar het onderscheid blijft hierin bestaan, dat deze laatste direct op den verkoop zijn ingesteld, en dit is bij t. meestal niet het geval.

Het nut voor degenen, die actief aan een t. deelnemen, de exposanten, is echter wel gelegen in een verwachten, grooteren afzet. Voor de bezoekers is het voordeel der t., dat meerdere mogelijkheden van behoeftenbevrediging worden gekend en een ruimere keuze van bevredigingsmiddelen wordt verkregen. Uit sociaal-economisch standpunt bezien, zijn de voordeelen bevordering van productie, handel en verkeer, de uitwisseling van nieuwe ideeën en vindingen, een aansporing om tot toepassing daarvan over te gaan om in den concurrentiestrijd mee te kunnen en in het algemeen de bevordering van kennis. Hieruit volgt wel, dat het nut in sterke mate afhankelijk is van het aantal bezoekers.

Ten einde het bezoek te stimuleeren, worden aan t. veelal verschillende attracties verbonden.Naar den aard der objecten zijn te onderscheiden algemeene t., omvattende alle mogelijke voortbrengselen van menschelijke activiteit, en bijzondere of vaktentoonstellingen, welke beperkt zijn tot een of enkele soorten voortbrengselen, bijv. nijverheids-, landbouw-, of, nog meer gespecialiseerd, automobieltentoonstellingen, t. van landbouwmachines, enz. Naar het gebied kunnen ze ingedeeld worden in nationale, welke weer landelijk, gewestelijk of stedelijk kunnen zijn, en internationale. De belangrijkste der laatste categorie zijn de wereldtentoonstellingen, omvattende practisch alle landen der wereld; deze t. hebben dan een algemeen karakter en hierop worden de economische en cultureele prestaties der volkeren naast elkaar geplaatst. Te onderscheiden zijn ook de permanente, de periodiek terugkeerende en de eenmalige t.

Naast het nut van t. voor exposanten, bezoekers en het algemeen sociaal-economisch nut staat het voordeel, dat organiseerende staten en steden ervan hebben door het massabezoek en het vreemdelingenverkeer.

Langen tijd was er geen systeem in de organisatie, totdat er te Berlijn in 1912 en te Parijs in 1929 internationale tentoonstellingsconferenties werden gehouden. Ook nationaal werd er naar een zekere ordening gestreefd. In Nederland is de Ver. voor Tentoonstellingsbelangen te Den Haag opgericht in 1912, in België het Comité Expositions et Foires te Brussel, in Duitschland het Ausstellungs und Messeamt der deutschen Industrie, sedert 1906.

De ontwikkeling der t. hangt samen met de techn. vorderingen der vorige eeuw en den uitbouw van het verkeerswezen. De internationale t. dateeren uit de tweede helft der vorige eeuw. De eerste hiervan, welke als wereldtentoonstelling kan worden aangemerkt, werd gehouden te Londen in 1851, gevolgd door Parijs in 1855, vervolgens in 1862 weer een te Londen en in 1867 opnieuw te Parijs, in 1873 te Weenen, in 1876 te Philadelphia en in 1878 en 1889 te Parijs, in 1893 te Chicago en 1900 te Parijs, in 1904 te St. Louis, in 1929 te Barcelona en Sevilla, in 1930 te Luik en Antwerpen, in 1933 te Chicago, in 1935 te Brussel en in 1937 te Parijs. In 1924 werd te Rome, Vaticaanstad, een missietentoonstelling en in 1936 een wereldtentoonstelling van de Katholieke Pers georganiseerd. In verschillende landen werden wel groote internationale t. georganiseerd, welke soms den naam, doch niet het karakter, van een wereldtentoonstelling hadden.

Nederland heeft nog geen eigenlijke wereldtentoonstelling gehad; beteekenisvolle internationale t. werden georganiseerd in 1883 en in 1909 te Amsterdam; andere belangrijke t., welke in Ned. in de laatste jaren zijn gehouden, waren de Nenijto in 1928 te Rotterdam, de Indische t. te Arnhem in 1928, de koloniale t. te Den Haag in 1932, de bloemententoonstelling Flora te Heemstede in 1935. Opgemerkt zij nog, dat pogingen om in Ned. te Amsterdam een wereldtentoonstelling te organiseeren, te houden in 1940, hebben gefaald.

Lit.: A. Paquet, Das Ausstellungsproblem in der Volkswirtschaft (1908); J.M. Gally, Das Ausstellungswesen und sein Wert (1911). Gijsels.

< >