(geneesk.), een in huid en onderhuidsch weefsel gelocaliseerd ziekteproces van tuberculeuzen aard, dat dikwijls in de huid optreedt boven een soortgelijke aandoening van daaronder gelegen organen (klieren, beenderen, lymphvaten). S. komt vnl. bij jeugdige personen voor en is vooral dikwijls in den hals gelocaliseerd.
Als regel geneest s. met achterlating van weinig fraaie litteekens. Als behandeling komt vooral in aanmerking zorg voor den algemeenen toestand, terwijl locaal door middel van chirurgischen ingreep of stralentherapie het proces kan worden beïnvloed.