Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Schildluizen

betekenis & definitie

(Coccina), een onderorde van de Hemiptera, te verdeelen in wolschildluizen (Coccidae), die leven onder een dichte bedekking van washaren; in schildluizen (Diaspidae), levende onder een wasschild; en in dopluizen (Leeanidae), waarvan het chitineachtige schild met het dier is vergroeid. De s. leggen eieren, die vaak reeds in het moederdier uitkomen.

Groot verschil in de geslachten: vaak geen of weinig mannetjes; deze kunnen zich bewegen en nemen geen voedsel tot zich (geen zuigsnuit). De vrouwtjes nemen voedsel op (zuigsnuit), vleugels ontbreken; ze kunnen zich na vastzuigen niet meer bewegen.

Vele s. zijn schadelijk voor hout- en kruidachtige planten door sap-onttrekking. Vijanden: lieveheersbeestje en eenige sluipwespen.

Schadelijk vooral zijn: San-Joséschildluis, de kommaschildluis, die de gedaante van een komma heeft en die leeft op appel, peer, pruim, perzik en bes, en de perzikdopluis, vooral op druif en perzik, en de wijnstokdopluis, vooral op druif. Bestrijding: spuiten der houtachtige gewassen in rusttoestand met 7½% carbolineum.Lit.: M. v. d. Broek en P. Schenk, Ziekten en Beschadigingen der Tuinbouwgewassen (1925).

v. Schendel.

< >