Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Rabbi

betekenis & definitie

(Hebr., = mijnheer, < rab, „groot” in de wetenschap van de wet) of rabbijn (Lat. rabbinus, „mijn leeraar, mijn meester”, het Evang.-Aram. rabboni), in Christus’ tijd reeds titel voor wetkenner en wetleeraar. Door de vóór-Christel. ballingschap, door het minderwaardige gedrag der (Sadduceïsch-gezinde) hoogepriesters en vooral door de verwoesting |van Jerusalem gaat de r. de beteekenisvolle plaats innemen, die eerst de cohen of priester in de wetverklaring enz. had.

Het vastleggen der Joodsche zeden en gebruiken en hun verklaring is hun werk geweest. Tot in onze dagen zijn de r. de dragers gebleven der Joodsche wetenschap. „Rabban”, onze heer, werden tot aan de verwoesting van Jerusalem de 7 vooraanstaande personen van het Sanhedrin genoemd.

Sedert de invoering van een Joodsch gemeentelijk bestuur kwam het godsd. gemeenteleven onder den r. (godsdienstonderricht, prediken, beslissingen in wetsgevallen, trouwen, echtscheiding, besnijdenis e.a.). Reeds in de M.

E. staan meerdere plaatselijke (synagogale) ressorten onder een opperrabijn. Een opperrabbinaat is een ressort van meerdere gemeentelijke (synagogale) rabbinaten samen.Voor Nederland is elke provincie (en bovendien de stad Amsterdam) tevens opperrabbinaat met woonplaats van den opperrabbijn. Soms zijn een of meer plaatsen vacant. De Portugeesch-Israëlieten hebben slechts in Amsterdam en Den Haag synagogale gemeenten. Voor de opleiding der Ned. r. bestaat in Amsterdam een Ned. Isr. seminarium met hoogere en lagere afdeeling en een Port. Isr. seminarium „Etz Chaim”.

De Joden in België, die betrekkelijk gering in aantal zijn, vormen gezamenlijk een consistorium, dat hun belangen naar buiten officieel vertegenwoordigt. Slechts grootere plaatsen als Antwerpen en Brussel hebben r. van verschillende richting; in andere plaatsen, o.a. Luik, Gent, vervult de voorbidder der gemeente de functie van r. Heel België samen vormt slechts één opper-rabbinaat. De opleiding tot r. geschiedt elders. p. Constantinus Christus wordt met Rabbi aangesproken in de Evangeliën, bijv.

Mt. 26.25, Mc. 9.5, enz. Hij waarschuwt zijn leerlingen zich niet aldus te laten noemen (Mt. 23.7).