Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Pommeren

betekenis & definitie

('Slavisch pomorje = kustland), provincie van Pruisen. Opp. 30 270 km2; ruim

1 920 000 inw. (1933), waarvan 60 635 Kath. P. wordt begrensd ten N. door de Oostzee en van O. naar W. door den Poolschen corridor, de Grenzmark PosenWest-Pruisen (→ Posen), Brandenburg en Mecklenburg. Tusschen P. en Mecklenburg loopt de grens door de dalen van 'Trebel en Ricknitz. Door Pommersche bocht, Oderhaf en Oder, wordt P. in twee deelen verdeeld, t.w. Voor- en Achter-Pommeren.

Opbouw. De kust van het O. deel (Achter-Pommeren) heeft geen insnijdingen, terwijl er evenmin eilanden voor gelegen zijn. Wel treft men er eenige strandmeren aan als overblijfselen van oude haffen. Voor-Pommeren daarentegen heeft een zeer gelede kust, waarvoor vele eilanden liggen, o.a. Rügen. Achter-Pommeren heeft een zeer vlak kustgebied en stijgt langzaam naar het Z.O.

Het kustgebied wordt dan ook door vele riviertjes, welke in N.W. richting stroomen, doorsneden. Op het hoogste deel van de opwelving is een groot merengebied gelegen. In Voor-Pommeren ontbreken meren vrijwel geheel. Zoowel Voorals Achter-Pommeren vertoonen de trekken van een grondmoreene-gebied voor de vlakke kuststrook. Ook het heuvelland van Achter-Pommeren is door het landijs gevormd.

Wat het klimaat betreft, staat het vlakke kustgebied in geheel P. onder den invloed van de Oostzee, de heuvels in het Z.O. onder dien van het O. Europ. massief. Hier zijn de winters strenger, de zomers warmer dan in de kuststreken.

Door het ingrijpen van den mensch is van de oorspr. flora en fauna nog maar weinig over. Vooral de oude lindenbosschen zijn verdwenen. Wel treft men nog groote wouden aan van eiken, berken en beuken. In de meer zandige gebieden veel pijn- en dennenbosch. Naast de kleinere roofdieren zijn van den eens uitgebreiden wildstand nog over wild zwijn, hert en ree.

Van de bevolking leeft ca. 48 % in plaatsen onder de 2 000 inw. Dit wijst er reeds op, dat de agrarische bedrijven een voorname plaats innemen. Inderdaad zijn landbouw en veeteelt de hoofdmiddelen van bestaan. Daarnaast wordt veel zee- en zoetwatervisscherij uitgeoefend. Handel en industrie hebben veel minder te beteekenen en worden slechts in een paar grootere plaatsen uitgeoefend.

Lit.: Deecke, Landeskunde von P. (in: Samml. Göschen, 1912). v. Wijk.

Geschiedenis

a) Profaan
P. werd oorspronkelijk door Kelten en Germanen, sedert de 6e e. door Slaven en Liutizen bewoond. Het Pommersche vorstendom dagteekent van ca. 1100, de vorsten voerden den titel van hertog en werden in den persoon van Bogislaus I in 1181 als Duitsch vorst en hertog van „Slavië” erkend. Het huis en daarmee het land werd mettertijd in vsch. linies verdeeld, waarvan de voornaamste waren die van Stettin en Wolgast, die in 1464 vereenigd werden. P. had te strijden tegen de Duitsche Orde, de steden en andere naburen, vooral Brandenburg. In 1531 werd P. opnieuw verdeeld tusschen de linies Stettin en Wolgast. Deze laatste stierf uit in 1625 met hertog Philip Julius; de eerste met Bogislaus XIV in 1637. P. was onder diens regeering door de Zweden bezet, die bij den vrede van Westfalen (1648) Voor-Pommeren, Rügen, Stettin, Gollnow en de monding van den Oder behielden, terwijl Brandenburg het grootste deel van Achter-Pommeren tot de Peene verkreeg. Bij den vrede van Stockholm (1720) verkreeg Brandenburg-Pruisen een deel van Voor-P. met de eilanden Usedom en Wollin, terwijl het in 1815 de rest van Voor-P. won.

Lit.: Berghaus, Landb. des Herzt. Pommern (9 dln. 1862-’76); Wehmann, Gesch. v. Pomm. (2 dln. 1919-'21). Tijdschrift: Baltische Studiën (sinds 1882).

b) Kerkelijke gesch

Tot 1000 was P. heidensch. Onder Boleslaw I, hertog van Polen, werd het gechristianiseerd. De eigenlijke apostel van P. is de H. Otto, bisschop van Bamberg (♰ 1139). Alle groote Orden zijn in de M.E. in P. werkzaam geweest voor Kerk en cultuur. Op den landdag van Treptow (1534) werd echter het Protestantisme ingevoerd en Johannes Bugenhagen organiseerde de Prot.

Kerk. Sedert 1900 wordt er weer meer intensief aan de opleving van het Katholicisme gewerkt. Sloots.

< >