Ned. politicus. * 20 April 1860 te Leeuwarden, † 12 Mei 1930 te Scheveningen. Studeerde rechten te Groningen, al had de literatuur zijn voorkeur, en vestigde zich aanvankelijk als advocaat te Leeuwarden. Later verhuisde hij naar Amsterdam en Utrecht. In de geschiedenis van het Ned. socialisme speelde T. een bijzondere rol, eerst als medeoprichter van de S.D.A.P. (➝ Socialisme, in Nederland), daarna in de innerlijke crisis in de partij na ca. 1900.
De practijk der politiek (kamerlid: 1897-1901, 1902-’05, 1913-’25) dreef hem naar het revisionisme, waarvan mét een theoretisch inzicht zijn revolutionair sentiment hem gescheiden hield. In den strijd voor het algemeen kiesrecht heeft T. een groot aandeel genomen. Tijdens den Wereldoorlog stond hij in contact met Duitsche partijgenooten; het doel was een vrede door vergelijk te bevorderen. Zijn optreden onmiddellijk na den Wereldoorlog (➝ Novemberdagen 1918) heeft zijn aanzien zeker geschaad.
T. was een Friesch dichter van beteekenis, hoewel zijn productiviteit sterk geleden heeft onder zijn rustelooze politieke bedrijvigheid. Werken: vsch. politieke brochures en journalistiek werk; een keur daaruit is: Wiardi Beekman, T. de ziener (1935). Gedenkschriften (4 dln. 1927-’31). Als literator: Ny Frysk lieteboek (met Halbertsma); het tijdschrift For Hüs en Hiem (1888-’91); Rispinge (= Oogst, gedichten, 1909). — Lit.: zie ➝ Socialisme sub II B, Nederland. Voorts: Witlox, T., vechter en tacticus (in: Varia Historica, 1936); Cannegieter, De Friesche beweging (1917); Schepers, T. als Friesch dichter (1925).Verberne.