Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Peper

betekenis & definitie

Het voornaamste handelsartikel peper is de vrucht van Piper nigrum L. (→ Peperachtigen). Deze groeit in tropische streken, vooral in Z.O. Azië, de Philippijnen en Ceylon. De plant wordt vermenigvuldigd door stekken en bereikt 15 m hoogte, meestal door snoeiing tot 5 m beperkt.

In het 4e jaar vruchtdragend tot het 20-25e jaar. De bessen zitten op trossen. P. wordt tweemaal per jaar geoogst. De zwarte p. is afkomstig van de onrijpe, de witte p. van de rijpe besjes, het zijn nl. de kernen, van vruchtvleesch ontdaan na fermentatie in water.

P. ontleent geur en smaak aan het alcaloïde piperine, vluchtige oliën en een hars: chavicine.P. was reeds in de Oudheid in Indië bekend en later een gezochte specerij bij de Romeinen. Tijdens de Kruistochten werd ze in Europa bekend. Venetië en Genua dankten in de M. E. hun bloei aan den peperhandel. De hooge prijs was voor de Portugeezen aanleiding om den zeeweg naar Indië te zoeken. Na 1498 werd Portugal de Europ. stapelplaats. Toen de markt voor Nederlanders werd gesloten, besloten dezen zelf p. in Indië te gaan halen. Op die wijze werd de grondslag gelegd voor het Ned. koloniaal rijk. In de 17e en 18e eeuw was Bantam het centrum van den peperhandel. Deze was gemonopoliseerd; de opbrengst in 1720 bedroeg 30% van den totalen handel der O.I. Compagnie. Nadien ging de pepercultuur achteruit. In de 19e eeuw trachtte men ze tot bloei te brengen door het cultuurstelsel. Eerst na de vrijlating in de 60er jaren bloeide de cultuur in Ned.-Indië weer krachtig op.

Het aandeel van Ned.-Indië in den wereldpeperhandel is sterk gestegen: 2/3 in 1931 en 80% in 1935. De voornaamste pepergewesten zijn: de Lampongs, Bantam en Billiton, Atjeh, Palembang, Borneo. Uitvoeroverschot van Ned.-Indië in 1935: 58 400 ton, ter waarde van 11,6 millioen gld., waarvan de Lampongs 44 800 ton leverden. P. komt verder uit Britsch Malaya, Britsch-Indië, Indo-China, Serawrak, Siam, Madagaskar en Sierra Leona. Totaal wereldexportsurplus 71 000 ton in 1935. Uitvoerhavens zijn Singapore, Penang, Batavia, Telok Betong. P. wordt vnl. te Londen, Amsterdam, Hamburg, Le Havre, Bordeaux en Marseille aan de Europ. markt gebracht. Wereldmarkt is Londen, met een termijnmarkt.

Lit.: Fortuin, De Amsterdamsche Goederenmarkt (1935); van Gorkum, Oost-Indische Cultures ; van Oss, Warenkennis en Technologie (1937); Redgrove, Spices and Condiments (1933). Snel.