Stelt f(d) een rekenkundige functie voor, dan stelt de som Σ f(d), uitgestrekt over alle deelers van een natuurlijk getal m, de numerieke integraal van f(m) voor, en dan heet f(m) de numerieke afgeleide van die som; het aantal deelers van een getal m heeft dus Σ 1 tot num. afgeleide, aangezien 2 1, uitgestrekt over alle deelers van m, juist het aantal deelers van m oplevert. v. d. Corput.
Lit.: Dickson, Hist. of the theory of numbers (11919).