Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Nicole Malebranche

betekenis & definitie

Fransch Oratoriaan en wijsgeer. * 5 Aug. 1638 te Parijs, ✝ 13 Oct. 1715 aldaar. Voornaamste vertegenwoordiger van het → Occasionalisme. M. is een innig-religieuze natuur en wil het rijk van Christus ook in de wijsbegeerte vestigen ; de verbinding met het Aristotelisme acht hij voor het Christendom schadelijk, maar van het stelsel van Descartes, dat naar zijn meening volkomen aanpast bij de wijsbegeerte van St.

Augustinus, verwacht hij alle diensten, die de wijsbegeerte aan den godsdienst mag en moet bewijzen.M. aanvaardt het Cartesiaansch dualisme van geest en stof zonder beperking. Niet alleen de wisselwerking van ziel en lichaam sluit hij uit, maar hij ontneemt aan de geschapen dingen iedere oorzakelijkheid, die hij alleen aan God wil toekennen; de eindige dingen zijn slechts de causes occasionnelles voor het werken van God. Elke kennis van het eindige en beperkte zijn veronderstelt de kennis van het Oneindige Zijn Gods, waarvan het de beperking is ; wij kennen de dingen niet rechtstreeks, doch enkel door hun ideeën, oertypen van het geschapene, die wij krachtens de vereeniging van onze ziel met God in God schouwen. Voor deze kentheorie meende M. (ten onrechte) zich op Augustinus te kunnen beroepen.

De denkbeelden van M. vonden bij zijn geloofsgenooten in Frankrijk naast felle bestrijding ook veel sympathie, die zich buiten den kring van zijn ordebroeders ook tot de universiteiten en de groote wereld uitstrekte. Gedurende geheel de 18e eeuw werden zoowel in Frankrijk als in Engeland en Italië bij voorkeur uit zijn werken de argumenten getrokken, waarmee het empirisme en sensualisme van → Locke werd bestreden.

Voorn. werken: Recherche de Ia vérité ; Conversations chrétiennes ; Petites méditations sur l’humilité et la pénitence ; Traité de la nature et de la grâce ; Traité de morale ; Méditations chrétiennes ; Entretiens sur la métaphysique et la religion; Traité sur l’amour de Dieu; Entretien entre un philosophe chrétien et un philosophe ehinois sur l’existence de Dieu ; Réflexions sur la prémotion physique.

Lit. : V. Delbos, Etude sur la phil. de M. (Parijs 1925) ; H. Gouhier, La phil. de M. et son expérience religieuso (Parijs 1926) ; F. Sassen, gesch. v. d. Nieuwere Wijsb. tot Kant (1933). F. Sassen.