(Geum), een plantengeslacht van de fam. der roosachtigen; komt in 36 overblijvende kruidachtige soorten in de N. gematigde streken voor, enkele tot in het poolgebied of meer naar het Zuiden tot in de Andes. Algemeen tusschen kreupelhout, ook in onze streken, is G. urbanum met gele bloemen; de wortelstok wordt in de volksheelkunde gebruikt.
Verwilderd wordt in Ned. gevonden G. montanum, bergnagelkruid, met één groote gele bloem aan den stengel: zeldzaam is het knikkend n. (G. rivale), met groote, roodachtige, vooroverhangende bloemen. Andere soorten, zooals G. macrophyllum, coccineum en chinense, worden als sierplanten gekweekt.
Bouman.