Meren- en moerasgebied in Chineesch-Toerkestan (midden-Azië; III 480 F/G 4). Een woest, verlaten landschap op ca. 800 m hoogte, zand- en leemwoestijnen, zout-en zoetwatermeren, rietbosschen, enz. De Tarim voert niet steeds evenveel water aan; daarom is het meer niet altijd even groot.
Lit.: Sven Hedin, Rätsel der Gobi (1931).
Heere.