Lob-nor
Andere naam voor Zoutzee in Oost-Turkestan, zie Indische kunst – Oost-Turkestan.
Winkler Prins (1949)
(Mongools: nor, meer), meer in O.-Turkestan (Centr.-Azië), deel uitmakend van het gelijknamig zich verplaatsend merensysteem nabij monding van de Tarim-rivier.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(of Lop-Nor; nor is de Mongoolse naam voor „meer”), groot, ondiep meer en moerasgebied in Centraal-Azië (West-China), aan het oosteinde van het Tarimbekken, in Z.O.-Sinkiang (Chinees Turkestan), aan de westrand van de Gobi, op 810 m hoogte ten N. van de Altyn Tag gelegen. Vormt het hydrografisch centrum van het bekken van Oo...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Meren- en moerasgebied in Chineesch-Toerkestan (midden-Azië; III 480 F/G 4). Een woest, verlaten landschap op ca. 800 m hoogte, zand- en leemwoestijnen, zout-en zoetwatermeren, rietbosschen, enz. De Tarim voert niet steeds evenveel water aan; daarom is het meer niet altijd even groot. Lit.: Sven Hedin, Rätsel der Gobi (1931). Heere.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: