1° een onderaf deeling op Timor; omvat als rechtstreeks bestuurd gebied: de plaats Koepang met een kuststrook; verder vsch. landschappen. Langs de kust zoutwinning in reusachtige schelpen (Tridacne gigas).
2° Hoofdplaats van de residentie Timor en Onderh.; verder hoofdplaats van de afd. Timor en eilanden, en van de onderafd. Koepang. Zetel van den resident en van den ass.-resident. Er zijn ook een controleur, een gewestelijk militaire commandant en een dominee der Ind. Kerk gevestigd met 4 Inl. leeraren. Verder zijn er een Europ. lagere school, een schakelschool, een Christelijke H.I.S., een wilde schakelschool (van het Timorsch Verbond), een groote Prot. kerk en drie eenvoudige bijkerkjes. Tot nu toe is er nog geen Kath. kerk. Thans echter bestaan er serieuze plannen tot oprichting daarvan, sinds art. 177 aan Koepang niet meer in den weg staat.
K. is een oud stadje uit den Compagnietijd. Het telt ca. 3 000 zielen, waarvan een 200 Eur. en een 1 000-tal Chineezen. K. is een vlieghaven van de → Quantasmaatschappij en aanloophaven van de K.P.M.; vaste basis voor de „witte boot”, den gouvernementsstoomer, ter beschikking van den resident.
3° Een baai, zich naar het N. 15 km en naar het O. 30 km uitstrekkend. Langs de kust ligt de „gouvernementsstrook”, eigendom van het gouvernement, 9 km lang en 1 à 3 km breed. v. d. Windt.