Staat in de Ver. Staten van Noord Amerika. Grenzen: in het N. en O. de Ohio, in het W. het Cumberland-plateau en in het Z. 36°50'N.
Opp. 105 145 km2; ca. 2 638 000 inw. (1932), waarvan 7% Kath.; 8,6% Negers. Bevolkingsdichtheid 25,10 per km2; 30,6 % van de totale bevolking woont in de steden. Hoofdstad Frankfort, met ca. 12 000 inw.
Het Oostelijk gedeelte is heuvelachtig en bestaat vnl. uit zandsteen, The Barrens of The Knobs genaamd. Naar het W. gaan de heuvels over in het vrij vruchtbare kalksteengebied, The Blue Grass Region genoemd naar een blauwachtige, daar veel voorkomende grassoort. Zijrivieren van de Ohio ontwateren het gebied in O.
W. richting (bekend zijn de Cumberland Falls in de Cumberland River). In het kalkgebied vindt men vele grotten, waarvan de Mammoth Gave bij de Green River de grootste en mooiste is. De gemiddelde jaartemperatuur is 12,7° C, de gem. wintertemp. 1,6°; de gem. regenval is 1 100 mm.K. is hoofdzakelijk een landbouwstaat. In 1934 werden 62 832 000 bushels maïs en 4 250 000 bushels tarwe verbouwd. Van zeer veel belang is de tabak, waarvan de opbrengst in 1934 218 216 000 pounds bedroeg. Overige landbouwproducten zijn o.a. hooi en zoete aardappelen; er is een belangrijke fruitteelt. Ook de veeteelt is van beteekenis; de paardenfokkerij is van oudsher bekend. In het bergland liggen de steenkoollagen dicht aan de oppervlakte (in 1933 opbrengst 35 530 000 short tons). Tevens worden hier ijzer, lood, zink en vloeispaat ontgonnen, die een metaalindustrie deden ontstaan. Ook petroleum wordt hier gevonden: in 1933 bedroeg de opbrengst 4 605 000 barrels petroleum en 4 877 000 gallons benzine.
De grootste stad is Louisville (1930: 307 745 inw.), met groote tabaksmarkt, veemarkt, tabaksfabrieken en metaalindustrie; de University of Louisville had in 1934 2 239 studenten. Verdere voorname steden zijn Covington (1930: 65 252 inw.) en Lexington (1930: 45 736 inw.). De laatste is het middelpunt van de paardenfokkerij van The Blue Grass Region; het heeft tabak- en korenhandel; de Kentucky University, met in 1934 3 602 studenten, en het State Agricultural and Mechanical College zijn hier gevestigd.
In 1765 is de vestiging van Blanken in K. begonnen; oorspronkelijk behoorde K. tot Virginia; 1 Juni 1792 werd K. als zelfstandige staat tot de Unie toegelaten. Comijn
