Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Kaapverdische Eilanden

betekenis & definitie

(Port.: Ilhas do Cabo Verde), eilandengroep, in 1441 door Genueezen voor Portugal ontdekt en in bezit genomen. Deze uit 9 bewoonde en verscheidene onbewoonde eil. bestaande groep ligt 570 km van de Afrikaansche Westkust verwijderd (I 520 bijk. b).

Opp. 3927 km2, ong. 150000 bew., waarvan ong. 4000 Blanken en de rest Negers en Kleurlingen. Het grootste eil. is Sao Thiago, waarop de hoofdstad Praia ligt.

De belangrijkste haven is Porto Grande op Sao Vincente. De K.E. zijn bergachtig; eenige toppen zijn zoo hoog, dat ze vaak met sneeuw bedekt zijn; de vulkanische gronden hebben een groote verbreiding.

Het tropische klimaat is door den invloed van den passaat droog. In den herfst valt er wel regen, maar van Januari tot Juli regent het nagenoeg niet.

Daardoor zijn de K. E. dor en weinig begroeid; samenhangend bosch ontbreekt.

De landbouw beteekent niet veel; geringe opbrengst van koffie, bananen, suikerriet, zuidvruchten, meestal met irrigatie. Verder visscherij en zeezoutwinning (vooral Boavista, Maio en Sal).

De groote beteekenis der K. E. is een gevolg van hun ligging: ze vormen een kolen- en kabelstation op den weg naar Zuid-Amerika en Zuid-Afrika.Lit .: Friedländer, Beiträge zur Kenntnis der K. (1913); De Vasconcellos, Archipelogo de Cabo Verde (1916).

v. Velthoven.