Vlaamsch criticus. * 20 April 1878 te Wachtebeke, ♱ 10 Oct. 1933 te Broechem. Studeerde wijsbegeerte te Rome, doctor in de Germ. philologie te Leuven (1902), prof. aan het Hooger Handelsgesticht te Antwerpen (1909), en docent (1911), later hoogleeraar (1929) aan de univ. te Gent. Als redactiesecr. (1906-’23) bracht hij Dietsche Warande en Belfort tot hoogen bloei. Van zijn monumentale biographie van Schaepman zijn de eerste twee deelen en een fragment van het derde verschenen (1912, ’14, ’27): een grootsch beeld van de ontwikkeling van Katholiek Nederland en van een kwart-eeuw Europeesche geschiedenis.
Onder den Wereldoorlog schreef hij in Engeland een polemisch-bedoeld overzicht der Ned. letterkunde: A Glance at the Soul of the Low Countries (1916, vert. d. dr. Lissens: Over de Ziel der Lage Landen, 1936). August Snieders en zijn Tijd (3 dln. 1925-’26) is een machtige evocatie van diens veelvuldige werkzaamheid in het bewogen kader der Antwerpsche en Belg. politiek. Aan de studie der Noorsche lit. wijdde P.: De Noorweegsche letterk. (1911); Kijkjes op de letterk. van elders: Noorwegen (1914) en Hendrik Ibsen (2 dln. 1928-’29).
P.’s critieken lezen vlot door de rake uitbeelding, den lossen zwierigen stijl, de geestige pittige taal; als grondslag en richtsnoer dient zijn Kath. levensopvatting.Werken: zijn talrijke critieken en voordrachten zijn ten deele nog gebundeld in : Kiezen, Smaken en Schrijven (1907); Kritisch Kleingoed (I. Vlaanderen, 1910; II. Nederland, 1914); Lod. van Deyssel (1919); Om. K. De Laey (1919); Aesthetische Verantwoordingen (1925) ; Gedenkdagen (2 dln. 1927); Studiën en Lezingen (2 dln. 1931-’32) ; Alb. Steenhoff-Smulders en Marie Koenen (1931).
Lit.: Gedenkb. Prof. Dr. J. P. (1928 ; met voll. bibliogr.); Dietsche Warande en Belfort (April 1928) ; A. Boon, ibidem (Jan. 1926) ; F. Baur, in : Boekengids (Oct. 1936).
A. Boon.