Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Japansch-Russische oorlog (1904-,05)

betekenis & definitie

Voor politieke oorzaken, zie Japan (sub IIIA, c). Na afbreken van de diplomatieke betrekkingen overvielen de Japanneezen op 9 Febr. 1904 de Russ. vloot in de haven van Port Arthur, waarna zij de reede blokkeerden en ongestoord hun troepen naar het vasteland konden overbrengen.

Het 1e Jap. leger onder Koeroki viel 1 Mei na den slag aan de Jaloe Mantsjoerije binnen. Het 2e Jap. leger onder Okoe wierp de bezetting van Port Arthur onder Stössel op die stad terug en vereenigde zich, nadat de insluiting van de vesting door het 3e leger onder Nogi was overgenomen, met Koeroki.

Onder bevel van maarschalk Ojama rukten deze legers, met een inmiddels eveneens aangevoerd 4e leger onder Nodzoe, in Mantsjoerije op, langs den spoorweg, die voor beide partijen vrijwel de eenige verbinding vormde. De Russen onder Koeropatkin voerden steeds versterkingen aan, doch bleven passief, waardoor de Jap. hun aanvallen systematisch konden voorbereiden.

Zij versloegen de Russen in de slagen bij Wafangou (15 Juni 1904), Liaujang (24 Aug.-5 Sept.), aan de Schaho (5-18 Oct.) en, nadat Port Arthur was gevallen (2 Jan. 1905), bij Moekden (21 Febr.-11 Maart). Hierna rukten zij op tot de Tsang-tu, alwaar zij feitelijk den afloop van den zeeoorlog afwachtten.

De Russ. Oost-Aziatische vloot was weliswaar in Aug. verslagen, doch een groote Russ. vloot onder Rodsjeswenskij naderde via Kaap de Goede Hoop.

Op 27 Mei werd deze door admiraal Togo bij Toesjima verslagen. Hierna was het pleit beslist, te meer omdat ook de binnenlandsche politieke toestand in Rusland ongunstig werd.

Op 2 Sept. werd door bemiddeling van president Roosevelt de vrede van Portsmouth (Ver. St.) geteekend. van Voorst tot Voorst.

< >