Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jacobs

betekenis & definitie

Christian Friedrich Wilhelm, Klassiek philoloog. * 6 Oct. 1764 te Gotha, ✝ 30 Maart 1847 aldaar. Met een korte onderbreking (1807-’10 in München) werkte hij in zijn geboortestad als leeraar, bibliothecaris en als directeur van het museum.

Zijn bekendste uitg. is die der Gr. anthologie. J. werkte ook voor de meerdere ontwikkeling der vrouwen.Lit.: Allg. Deutsche Biogr. (XIII, 600-612). Zr. Agnes.

2° Julius Karel, Ned. medicus. *1842 te Hoogezand, ✝1895 te Makassar. Studeert te Groningen, vestigt zich vervolgens eerst te Arnhem, daarna te Lochem. Gaat in 1876 als officier van gezondheid naar Indië, is achtereenvolgens geplaatst te Soerabaja, in Borneo’s Zuiderafdeeling, op Atjeh, weer te Soerabaja, te Tjilatjap, op Sumatra’s Westkust en te Serang, vanwaar hij met verlof gaat (1889). Teruggekomen, wordt hij geplaatst op Atjeh, te Batavia, op Celebes. Behalve een groot aantal medische opstellen schreef hij: Eenigen tijd onder de Baliërs; Het familie- en kampongleven op Groot-Atjeh, en samen met J.J. Meyer: De Badoej’s. Olthof.
3° Philippe Marie Victor, Belg. Kath. staatsman. *18 Jan. 1838 te Antwerpen, ✝ 20 Dec. 1891 te Brussel. Na zijn rechtsstudiën vestigde hij zich als advocaat te Antwerpen. In 1863 als candidaat der Meeting gekozen tot lid der Tweede Kamer, welk mandaat hij tot aan zijn dood vervulde. In 1870 werd hij minister van Financiën; in 1884 fungeerde hij in het kabinet Malou als min. van Binnenlandsche Zaken en Onderwijs en had dus een groot aandeel aan het ontstaan van de schoolwetgeving van 1884. Als parlementslid had hij, dank zij zijn redenaarstalent en zijn groote geestesgaven, een overwegenden invloed op de Kath. partij. In 1888 werd hij benoemd tot minister van state. Dit zelfde jaar vertegenwoordigde hij België te Berlijn op de internationale conferentie tot regeling van den arbeid. In 1891 leidde hij als voorzitter het 4e Kath. Congres te Mechelen. Ook als jurist had hij naam; onder zijn talrijke werken dient vooral vermeld: Droit maritime belge (2 dln. Brussel 1889-1891).

Lit.: A. Bellemans, Victor J. 1838-1891 (Brussel 1913)

Uytterhoeven.

4° William Wymark, Eng. short-story- en tooneelschrijver. *18 Sept. 1863 te Londen. Zijn humoristische, maar soms niet van tragiek verstoken verhalen en spelen handelen vooral over het leven der binnenschippers, en diegenen, met wie ze in aanraking komen.

Voorn. werken: de verhalenbundels: Many Cargoes (1896); Light Freights (1901); The Lady of the Barge (1902). Spelen: Beauty and the Barge (1904); Night Watches (1914); The Castaways (1916); Deep Waters (1919). J. Panhuijsen.

< >