Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jabne

betekenis & definitie

Bijbelsche naam van een Philistijnsche stad aan de Middellandsche Zee, halfweg tusschen Joppe en Ascalon, ook Iabneël genoemd (Jos. 15.11). J. behoorde tot het gebied van Juda, werd echter eerst door Ozias (Azarias) (789-738 v.

Chr.) op de Philistijnen veroverd (2 Par. 26.6). Inden Hellenistischen tijd werd J., toen Jamnia genoemd, in 142 v.

Chr. door Judas den Maccabeër (1 Mac. 4.15; 2 Mac. 12.9) en definitief door Alexander Janneus onderworpen. 63 v.Chr. voegde Pompeius J. bij de Romeinsche prov. Svria, Augustus schonk de stad aan Herodes. Na den val van Jerusalem (70 n. Chr.) nam het Synedrium de wijk naar J., dat het geestelijk centrum van het Jodendom bleef tot 132 n. Chr. Hier stond een beroemde school voor rabbijnsche theologie, en zou 90 n. Chr. de Joodsche canon van het O.T. vastgesteld zijn. In 325 bisschopszetel geworden, viel de stad later in handen van de Mohammedanen. Nu Jebna ; ongeveer 1 800 inwoners.

De haven van J., bij de monding der tegenwoordige Nahr Roebin, wordt dikwijls door de geografen der Oudheid vermeld. v. d. Born