(< Lat. intro-spicere = naar binnen kijken) of methodische zelfwaarneming (exp. psychol.) is een nauwkeurige, systematische, door scholing verkregen beschouwing, ontleding en beschrijving van eigen bewustzijnsverschijnselen. Is uitsluitend eigendom der psychologie en grondslag van alle psychologische kennis: niemand dan de betrokken persoon zelf kan onmiddellijk in zijn eigen bewustzijn schouwen, en → extrospectie of waarneming van anderen is slechts mogelijk (en dan nog enkel door → analogie), als en in zooverre men soortgelijke verschijnselen in zich zelf ervaren heeft.
Zelfwaarneming is steeds een hulpmiddel der psychologie geweest; de nieuwere experimenteele psychologie heeft er methode en systeem in gebracht. Aldus werd de i. de methode van vrijwel alle psychologen; Titchener baseerde zijn psych. op de zuivere i.; de meeste verbinden ze met extrospectie.
De i. werd eerst uitsluitend toegepast op de lagere, zintuigelijke processen, later uitgebreid tot de hoogere, zooals denken en willen (Külpe, → Würzburger School). Zij wordt verworpen door de → Behavioristen en hun voorloopers (Comte), als zijnde niet objectief en wetenschappelijk, maar onder den naam van „verbal report” halen zij ze weer binnen.
Ook Wundt bestreed haar als niet experimenteel. Een ernstige objectie is, dat men sommige bewustzijnstoestanden, bijv. toom, niet gelijktijdig kan beleven en koelbloedig observeeren; daarom moet de i. meestal → retrospectie zijn, d.w.z. een beschouwing direct nadat het verschijnsel zich heeft voltrokken. v.d.Veldt