Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Intellect

betekenis & definitie

(< Lat. intelligere = inzien, verstaan), het hoogste onzer kenvermogens (→ Kenbronnen), dat als zoodanig van onze rede enkel logisch is onderscheiden: hetzelfde geestelijk kenvermogen noemen we intellect, met betrekking tot de onmiddellijk gekende waarheden (→ Beginselen); daarentegen rede, met betrekking tot alle middellijk gekende waarheden. Omdat de mensch slechts zeer weinig kennis door onmiddellijk inzien kan verwerven, is hij geen intellectueel, maar een redeneerend of „redelijk zinnenwezen” (Lat. animal rationale): de logica wijst hem den weg om redeneerend nieuwe kennis op te doen.

God en de engelen daarentegen zijn intellectueel kennende wezens: al hun kennen is een onmiddellijk inzien en ze hebben dan ook geen logica noodig.De Scholastiek maakt een reëel onderscheid tusschen het „werkend verstand” (intellectus agens) of abstraheervermogen en het „kennend verstand” (intellectus possibilis). Zie ook → Intellectualisme.

Lit. : Rousselot, L’intellectualisme de St. Thomas(21924); Hoogveld, Intellectualisme (Beiaard, I 1919, 5-28). v. d. Berg