zijn onderdeelen van bouwwerken, draagconstructies e.d., bestaande uit plaat- en profielijzer, dat op zoodanige wijze is samengevoegd, dat een statisch geheel wordt verkregen. De voornaamste grondstof is smeedbaar ijzer.
De trekvastheid van → gietijzer is gering in verhouding tot de drukvastheid; daarom wordt dit materiaal hoofdzakelijk gebruikt voor constructiedeelen zooals kolommen, die op druk belast worden. Door → walsen wordt het smeedijzer in bruikbaren vorm als staaf, plaat, band of als profielijzer (→ Normaalprofiel) gebracht.
In de constructiewerkplaats wordt het ijzer vervolgens zoo noodig gericht (recht gemaakt) of gebogen en door boren van gaten voorzien. Onderling worden de verschillende constructiedeelen verbonden door → klinken, → lasschen of met -→ schroefbouten.
Tegen roest wordt het ijzer gewoonlijk beschermd door verf (→ grondverf, bijv. →menie en daarop olieverf);soms ook door → galvaniseeren of door het te bedekken met ander materiaal. Ten einde het ijzer te beschermen tegen te groote hitte bij brand (waardoor het weerstandsvermogen zeer afneemt) bekleedt men het met beton.