Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hadrianus I

betekenis & definitie

Hadrianus I - paus (772 tot 795); ✝ 26 (25) Dec. 795. Zijn pontificaat kenmerkte zich door een vast streven naar verzekering der onafhankelijkheid van den pauselijken Stoel, door: grondvesting van den Kerkelijken Staat en voorbereiding van de stichting van het nieuwe Westersche keizerrijk.

Aanstonds riep H. tegen de Lombarden Karel den Grooten te hulp, die in 773 de Alpen overtrok, het Lombardische rijk veroverde en in 774 in Rome aankwam, waar hij aan H. de beloften bevestigde, door Pepijn in 754 aan Stephanus (II) III gedaan betreffende uitbreiding van het pauselijk gebied. Nadere bepaling en uitvoering daarvan verkreeg H. vooral bij de volgende bezoeken van Karel (781,789).

Dit gebied (het oude hertogdom Rome, het exarchaat van Ravenna en de Pentapolis) wijzigde zich sindsdien weinig meer. Karel’s invloed (als „Patriciër der Romeinen”) in de binnen- en buitenlandsche aangelegenheden des pausen wist H. te breidelen, en zijn eigen invloed in het rijk van Karel te versterken, o.a. door toezending der canonverzameling van → Dionysius den Geringen, waarvan Karel gebruik maakte bij de vervaardiging zijner decretaliën.

Voorts vermocht H. vsch. hervormingen aan te brengen in kerkelijke aangelegenheden van Karel’s rijk, en er de Rom. liturgie als norm te doen aannemen (→ Sacramentarium Gregorianum). Eensgezind traden H. en Karel op tegen het Adoptianisme van Felix van Urgel, door de Synode van Frankfort (794) veroordeeld; H. kon echter niet voorkomen, dat daar tevens werden veroordeeld de beslissingen van het 2e Concilie van Nicea, betreffende de vereering der beelden.

De gedeeltelijke oorzaak daarvan: de gebrekkige vert. dier Gr. teksten, welke Karel reeds tevoren had doen weerspreken op even gebrekkige wijze (in de zgn. Libri Carolini), trachtte H. uit den weg te ruimen door een taktvol doch beslist schrijven; een uitkomst hiervan mocht hij niet beleven.

Taktvol en beslist was hij ook geweest in zijn betrekkingen tot het Oosten. In Rome leefde zijn nagedachtenis voort in de talrijke verfraaiingen door hem aangebracht.Lit.: Jugie, in Dict. d’Hist. et de Géogr. eccl. (sub: Adrien I; met lit.-opgave). Louwerse.

< >