Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Guarini

betekenis & definitie

Guarini - 1° Battista, Ital. dichter, afstammeling van den Humanist → Guarino da Verona. * 1538 te Ferrara, ✝ 7 Oct. 1612 te Venetië. Diplomaat in dienst der hertogen d’Este e.a.

Schreef elegante Rime (1598), een comedie L’idropica, dialogen en verhandelingen. Zijn herdersdrama II pastor fido (15801590), naar Tasso’s Aminta, beleefde meer dan 170 uitg. en oefende Europ. invloed uit (o.a.

Hooft!).Uitg.: Opere d. Barotti en A. Zeno (4 dln. Verona 1737-’38 ; onvoll.).

Lit.: V. Rossi, B. G. (Turijn 1886); Ólschki (1908). Ulrix

2° Giovanni B., → Guarino (1°).
3° Guarino, Ital. architect, * 17 Jan. 1624 te Modena, ✝ 6 Maart 1683 te Milaan. G. was priester. Na Bemini en Borromini de belangrijkste Barokbouwmeester van Italië; werkte o.a. te Rome, Parijs, Lissabon enz.

Lit.: Durm, Die Baukunst der Renaiss. in Italien (Handb. d. Architektur II).