Grignion - Louis Marie, Zalige, volksmissionaris en ordestichter; * 1673 te Montfort-sur-Meu in Bretagne (vandaar zijn latere naam Père de Montfort), uit adellijke, maar arme familie, † 28 April 1716 te St. Laurent-sur-Sèvre (Vendée).
G. studeerde theologie in St. Sulpice te Parijs.
Toen reeds muntte hij uit door liefde voor armen en zieken en ijverde voor de prediking van het Evangelie. Als priester (1700) wijdde hij zich enkele jaren aan de verzorging van zieken te Poitiers en te Parijs, daarna trok hij in het W. van Frankrijk vooral in Vendée, als volksmissionaris van het eene bisdom naar het andere.In het door Lodewijk XIV economisch en door het Jansenisme geestelijk verarmde land, wist G. in dertien jaar het geloof te doen herleven. Onvermoeid trok hij rond, soms afgewezen door Jansenistische bisschoppen en gemakzuchtige pastoors. Hij restaureerde de kerken, plantte kruisen op de wegen, bracht godsvrucht in de huisgezinnen, verlevendigde den ijver der priesters en herstelde het parochieleven. Men vertelde wonderen van dien merkwaardigen man Gods, terwijl men zijn geestelijke liederen bleef zingen van geslacht op geslacht; en daar in Vendée zou men tegen het einde van de 18e eeuw naar de wapens grijpen om het door G. verlevendigd geloof te verdedigen tegen het Parijsche Schrikbewind.
Deze populaire prediker, „een der meest onweerstaanbare redenaars, die de wereld ooit heeft gekend” (Henry Brémond), was behalve van het Evangelie ook doordrongen van de leer der Vaders en die der ascetische en mystieke schrijvers uit de 17e eeuw. Die leer vond haar neerslag in zijn predikatie en in zijn geestelijke liederen; zij werd ook schriftelijk neergelegd in een zeker aantal kleine werkjes, eveneens voor het volk bestemd. Het Christelijk leven bestaat volgens G. in het verwerven der goddelijke wijsheid door de navolging van Jesus Christus (De Liefde tot de goddelijke Wijsheid). Die wijsheid is niet te scheiden van het kruis (Brief aan de Vrienden des Kruises). Als een bijz. middel voor het verkrijgen van die wijsheid prijst G. dan een diep in het leven ingrijpenden vorm van godsvrucht tot de H. Maagd aan, de zgn.
Heilige Slavernij of Liefde-Slavernij (Maria’s Genadegeheim, doch vooral de in 1842 weer ontdekte en sindsdien in de meeste talen uitgegeven Verhandeling over de volmaakte Godsvrucht tot de H. Maagd). Deze devotie was reeds eerder geleerd en beoefend, doch vond in G. een systematicus, en wat meer is een apostel.
Deze Liefde-Slavernij bestaat hierin, dat men, uit eerbied voor den weg, door Gods wijsheid bij de Menschwording gekozen om tot ons te komen, nl. Maria, en tevens uit het besef van eigen onwaardigheid vanwege onze ontrouw, zich geheel en al aan Maria toewijdt met lichaam en ziel, inwendige en uitwendige goederen en de waarde zelfs van zijn goede werken in de overtuiging, dat deze volledige overgave van zichzelf in Maria ’s handen zal strekken tot eer en verheerlijking van God.
G. riep een congregatie van vrouwen in het leven voor de verzorging van armen en de Christelijke opvoeding der jeugd en gaf haar den naam van ➝ Dochters der Wijsheid. In vurig gebed (Brandende Bede om missionarissen van Maria) vroeg hij ook aan God een klein gezelschap van priesters voor de prediking zoowel in eigen land, als in de missielanden: het ➝ Gezelschap van Maria, in de laatste jaren in Ned. meer bekend onder den naam van Montfortanen.
G. stierf vrij onverwacht, terwijl hij een missie preekte te St. Laurent-sur-Sèvre. Daar bevindt zich zijn graf. In 1888 werd hij door Leo XIII zalig verklaard. In 1928 werd het proces zijner heiligverklaring ingeleid. Grooten invloed hebben zijn geschriften gehad op de Mariologie der laatste tijden en op het godvruchtig leven van ontelbaar velen in alle Christelijke landen.
Werken: L’Amour de la divine Sagesse (Pont-Château 1929); Le secret de Marie (ibid. 1930); Traité de la vraie dévotion à la Ste Vierge (Tours 1921); Le secret admirable du très saint rosaire (Poitiers 1920). — Uitg.: P. Fradet S.M.M., Les Oeuvres du Bx. de Montfort. Ses cantiques avec études critiques et notes (Parijs 1929). — Vert. en Comm.: Liefde tot de goddel. Wijsheid (Leuven 1926); Maria’s Genadegeheim (ibid. 1924); Verhandeling over de volmaakte Godsvrucht tot de H. Maagd (ibid. 1927); A. Lhoumeau, La Vie spirituelle à l’Ecole du Bx.
L. M. Grignion de Montfort (Parijs 1902; Ned. vert. in voorbereiding); G. Denis S.M.M., Het Rijk van Jezus door Maria (Ned. v. Th. Bensdorp CssR., 81927); A.
Lutz O.P., La maternité mystique de la Vierge Marie d’après le bx. G. de Montfort (1922); J. M. Texier S.M.M., De gelukz. L. M.
G. de Montfort (uit het Fransch, 1924). — Lit.: biogr.: A. Laveille (Parijs 1908; met lijst van voorafgaande biogr.); E. Jac (Parijs 51924); G. Rigault (Marseille 1930). Wevers.