Ned. schilder; *1615 te Kleef, ✝ 1660 te Amsterdam. Kwam op ong. 17-jarigen leeftijd in de leer bij Rembrandt te Amsterdam (tezamen met Jacob Backer), alwaar hij drie jaren werkte, waarna hij zich in de hoofdstad vestigde.
Spoedig kwam hij, vooral als portretschilder, sterk in trek en kreeg groote opdrachten, o.a. vsch. schuttersstukken en omvangrijke werken voor het nieuwe raadhuis, bovendien portretten van talrijke bekende personen. Doordat hij de kunst verstond zich geheel in dienst van de heerschende mode te stellen, kwam hij tot grooten welstand en tot hoog aanzien.
In zijn jeugd had hij veel te danken aan Rembrandt, wiens invloed vooral uit zijn bijbelsche voorstellingen blijkt; later volgde hij meer Barth. v. d. Helst na.
Door zijn uitnemende scholing was hij een goed teekenaar en een vlot schilder, maar zijn kunst blijft steeds aan de oppervlakte. Zijn werken (uitsluitend portretten en figuurstukken) zijn in grooten getale bewaard (ook teekeningen) en in musea en particuliere collecties in Ned. sterk vertegenwoordigd. Schretlen Lit.: v.
Wurzbach, Nied. Künstlerlex.; Hofst. de Groot, Quellenst. z. holl.
Kunstgesch. (I en II).