Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gogh

betekenis & definitie

Gogh - Vincent van, Ned. schilder en teekenaar. * 1835 te Groot-Zundert, ✝ 1890 te Auvers-sur-Oise. G. heeft slechts van 1880-’90 geschilderd en is in deze tien jaar naast Cézanne de voornaamste grondlegger geworden van de moderne kunst.

In v. G. ’s oeuvre voltrekt zich de reactie op het ➝ Impressionisme.

G. is in hoofdzaak autodidact, hoewel invloeden der Haagsche School duidelijk zijn. De geestelijke inhoud van zijn werken wordt begrijpelijk door zijn „Brieven” (uitg. v. d.

Wereldbibl.). Zijn oeuvre is te verdeelen in een Ned. en een Fransche periode.

In de eerste is G. realist: hij teekent veel en oefent zich in het karakteriseeren van menschen en natuur. Zijn teekeningen zijn veel krachtiger en mooier dan de schilderijen, die zwaar en troebel van kleur zijn (Aardappeleters, Rijks Mus.).

Groot is de tegenstelling met het werk uit den Fr. tijd, dat op de internat, ontwikkeling van de kunst dan ook pas invloed heeft gehad. In 1886 komt G. te Parijs, waar zijn koloriet onder invloed der Fr. impressionisten frisscher en lichter wordt.

In 1888 gaat G. naar Arles en bereikt daar het hoogtepunt van zijn kunst.

Met onstuimigen scheppingsdrang schildert G. landschappen, portretten, stillevens in felle kleuren.

Thans openbaart zich de reactie op het Impressionisme, want de stemming, de expressie, spreekt in de eerste plaats, met een groote voorkeur voor het algemeene en abstracte. G. is de voorlooper van het Expressionisme.

Felle, bijna anti-naturalistische kleuren, min of meer gestyleerde vormen, soms reeds een neiging naar het tweedimensionale beteekenen eveneens een reactie op het tonige en naturalistische Impressionisme. Prachtige voorbeelden van deze visionnaire werken, die de openbaring zijn van een fel bewogen en zeer onevenwichtig gemoedsleven, vindt men o.a. in het Rijks Mus., het Suasso Mus. en in de coll.

Kröller. G.’s kunst, die eerst geheel niet werd begrepen, is in de laatste 25 jaren meer en meer gewaardeerd.Lit.: Monographieën: H. P. Bremmer; Meier-Graefe; Th. Duret; Just Havelaar, enz.; J. B. de la Faille, Catalogue (I-IV Parijs-Brussel 1928); id., Les faux v. G. (Parijs-Brussel 1930).

Korevaar-Hesseling.

< >