Geschept papier - met de hand vervaardigd papier. Tegenw. komt dit slechts uiterst zelden meer voor, althans in Nederland.
Voor speciale boekwerken, éditions de luxe, en voor etsen of gravures neemt men nog wel het uit de hand geschepte, dat het duurste is. Het meeste papier, dat tegenwoordig „geschept” heet, wordt echter op een machinale wijze verkregen en is daardoor minder mooi en minder sterk.
De papierbrei (➝ Papierbereiding) wordt door een werkman met een bak opgeschept uit de kuip, waarin zij zich bevindt. Door den bak op de juiste wijze te schudden vloeit de overtollige brei af en komen de papiervezels in alle richtingen door elkaar te liggen, wat op een machine zóó nooit mogelijk is, en het papier een ongeëvenaarden samenhang geeft.Iets van de papierbrei loopt onder den (afneembaren) rand van den bak, en hierdoor ontstaat de echte „scheprand”, een der kenmerken van g. p. De rand van den schepbak wordt nu weggenomen en de bodem van metaalgaas, waarop een laagje vezels is achtergebleven, wordt op een vilt omgekeerd en neergedrukt („gekoetst”). Inmiddels heeft de schepper zijn afneembaren rand om een tweeden bak-bodem geplaatst en weer een vel geschept, waarna hij opnieuw den bodem met het vel-in-wording doorgeeft aan den „koetser”.
Op dezelfde wijze als de lijnen v. ➝ gevergeerd papier ontstaat in het echt geschepte het ➝ watermerk, nl. door de dikte der metaaldraden op den bodem van den schepbak. Bij machinale bereidingswijzen wordt dit nagevolgd en ook de rafelige schepkant wordt geïmiteerd, om niet te zeggen vervalscht.
De vellen papier op vilt worden in stapels opeengelegd en vervolgens geperst, opdat het overtollig vocht verwijderd wordt. Het papier is dan nog zeer zacht en niet beschrijfbaar (inkt vloeit er op uit), het wordt daarom in lijm gedompeld en gedroogd. Deze oude handbewerkingen worden nu ook machinaal verricht.
Poortenaar.