Spaansch priester, Latijnsch Christelijk dichter, begin 4e eeuw. Heeft omstreeks 330 de vier Evangeliën op vers gezet.
Hij hield zich zoo trouw aan den tekst (in hoofdzaak Mattheus), als de versvorm toeliet. Doel was: in formeel gelijkwaardige verzen de heidensche, mythologische epen der Klassieken te vervangen door gedichten van Christelijken inhoud.
Volgens Hiëronymus zou hij ook liturgische verzen gedicht hebben.Uitg.: Migne, Patrol. Lat. (XIX, 53-346); Marold, in Bibliotheca Teubner (1886); Huemer, in Corpus Scr. Eccles. Lat. (XXIV 1891). Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (III 1923, 429-432); Weyman, Beiträge z. Gesch. d. christl. lat. Poesie (1926). Franses.