Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Frick

betekenis & definitie

Frick - 1° Louis de Gonzague, Fransch dichter uit de omgeving van Georges →Apollinaire en L. Tailhade; *1883 te Parijs.

Zijn oorlogslyriek ademt, in gezochte vormen, een geest van grillig-moderne tegenstrijdigheden: rein, naïef geloof en bittere zinnelijkheid.Voorn. werken: Trèfles-à-quatre-feuilles (1915); Sous le bélier de Mars (1916); Girandes (1919).

2° Wilhelm, Duitsch nationaal-socialistisch politicus, *1877 te Alsenz. Was eenigen tijd Beiersch ambtenaar. Van 1930 tot 1931 Thüringsch min. van Binnenl. zaken; in 1933 lid van de Duitsche rijksregeering; sinds 1934 Pruis. min. van Binnenl. zaken.

< >