Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Franckenberg

betekenis & definitie

Franckenberg - Jan Hendrik, graaf van, kardinaal; * 1726 te Gross-Glogau (Silezië), † 1804. F. werd in 1759 aartsbisschop van Mechelen, in 1778 kardinaal.

Hij verzette zich krachtig tegen de anti-kerkelijke maatregelen van keizer Jozef II door een beroep te doen op den eed der Blijde Inkomste. F. werd naar Weenen geroepen en wist aanvankelijk den keizer tot eenige toegeeflijkheid te brengen, maar weldra ging deze weer op den ouden voet voort.

Dit leidde tot de Brabantsche Revolutie [Zie ➝ België (B. Kerkel.

Gesch., sub 4°)]. Ook tegen de Franschen, die 1792 onder Dumouriez België binnenvielen, verdedigde de kardinaal manmoedig de rechten der Kerk; in 1797 werd hij naar Emmerich verbannen, in 18Ó1 moest hij verder uitwijken naar Munsterland.

Na het ➝ Concordaat van 1801 moest F. aftreden; hij vestigde zich te Breda, overleed 1804 en werd te Rijsbergen begraven. In 1923 werd zijn gebeente overgebracht naar Mechelen.Valvekens. Lit.: A. Verhaegen, Le Cardinal F. (1889); Laenen, La tombe du card. de F., in Vie diocésaine (XI 1921).

< >