Estremadura - 1° Een der Westelijke provincies van Spanje; opp. 42 150 km3, 1 172 000 inwoners (1930). Do bestuurs districten zijn → Caceres en → Badajoz.
Deze prov. behoort tot de Spaansche Meseta, het rompgebergte. De Siërra Guadaloupe verdeelt dit gebied in twee deelen.
Ten Noorden het Taaggebied, ten Zuiden van dit gebergte het bekken van Badajoz met de Guadiana. Het klimaat is zeer droog (25—50 cm neerslag), vandaar is er ’n heide.en woestijnflora; langs de berghellingen wouden.
Middelen van bestaan zijn: landbouw in de vlakten langs de rivieren en bij irrigatie rond Caceres en Badajoz; wijn, olijven, tarwe; veeteelt in de hoogere doelen, vooral varkens, ook schapen en geiten. In den winter komen in deze vlakten de herders van de hoogvlakten met hun schapen (merinos), vroeger meer dan thans, want de rechten van de herders om vrij door te trekken zijn meer beperkt, ten gunste van de landbouwers.
Grootgrondbezit belemmert de ontwikkeling. De bevolkingsdichtheid is gering; zeer veel analphabeten, weinig welvaart, een arme bevolking.Erkelens 2° Een provincie aan de Westkust van Portugal, ten N. en Z. van de Beneden-Taag. Opp. 41 843 km2, 1 883 307 inw (1930). De bestuursdistricten zijn: Leira, Santarem, Lissabon, Setubal. Ten N. van de Taag behoort deze prov. hoofdzakelijk nog tot de Spaansche Meseta, het rompgebergte, met den bergrug Serra da Estrella, die een voortzetting heeft in de Serra de Cintra en eindigt in de meest Westelijke kaap, Kaap da Roca. Het klimaat is gunstig; wijnbouw, zuidvruchten, tarwe. De hoogere deelen zijn woudrijk.
Dit gedeelte is het dichtst bevolkt. De Taagmonding (→ Taag) heeft Alluviale afzettingen. Ten Zuiden van deze rivier ligt het Tertiaire heuvelland. Langs de kust liggen duinen. Het klimaat is hier ongunstiger, veel droger, vandaar veel heide. Middelen van bestaan zijn: landbouw met als producten tarwe, wijn en olijven; verder zoutwinning bij Setubal. De bevolkingsdichtheid is hier veel geringer; geen groote steden meer.
Erkelens
