Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Estrées, Gabrielle d’

betekenis & definitie

Estrées, Gabrielle d’ - Markiezin van Monceaux, hertogin van Beaufort, minnares van koning Hendrik IV van Frankrijk; * 1571, ✝ 10 April 1599 te Parijs; stamt uit een adellijk geslacht in Artois; werd sedert de scheiding van de verdwaasde Margaretha van Valois door den koning als wettige gemalin beschouwd, maar stierf alvorens het tot een huwelijk kon komen. Van haar stamt het bastaardgeslacht der hertogen van Vendôme.

Haar broeder François Annibal, markies van Coeuvres speelde een rol in Franschen diplomatieken en militairen dienst. Diens zoon Jan, * 1624, ✝ 1707, diende in het leger onder Turenne en werd vlootvoogd, streed in den oorlog van 1672 tegen De Ruyter in drie zeeslagen, werd sedertdien gezaghebber over de Fransche bezittingen in West-Indië.Lodewijk Karel Lettellier, hertog van Estrées, maarschalk van Frankrijk,* 1697, ✝ 1771, voerde het bevel over het Fransche leger in West-Duitschland in den Zevenjarigen Oorlog tegen de Engelsch-Hannoveranen, behaalde in 1757 de overwinning bij Hastenbeck op den hertog van Cumberland.

Lit.: Desclozeaux, Gabrielle d’Estrées, marquise de Monceaux (1893); Louis Batiffol, Le siècle de la Renaissance (1913 ; in de serie L’Hist. de France racontée 4 tous, een helder en volledig overzicht), v. Gorkom

< >