Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Embolisme

betekenis & definitie

(laat-Gr., = tusschenvoegsel)

1° oude naam voor schrikkelmaand (heden nog: lunatio embolismalis of embolismica), maan-maand, oudtijds zevenmaal in de 19 jaren (➝ Maancyclus) aan de 12 jaarlijksche toegevoegd, om het verschil tusschen zonnejaar en maanjaar (resp. ruim 365 en 354 dagen) te vereffenen (➝ Epacta).
2° Oude naam (eerst, 8e-9e eeuw: embolis, embolim) voor „naschrift”.
3° (Oorspr., 8e eeuw: embolis, embolum) Naam voor de uitweiding toegevoegd aan het Onze Vader in de Mis (Mozarab. ritus ook in Koorgebed); zeer oud en bijna algemeen; in het Oosten meestal verbonden met een korte ➝ doxologie der 1e eeuw (Didachè), anders door deze vervangen. ➝ Mis (liturgie der H.); ➝ Pater noster.

L i t.: Du Cange, Glossarium ad script, med. et inf. latinit.

Louwerse.

< >