Electromagnetische golven treden op, wanneer een electromagnetische evenwichtsverstoring zich voortplant. Zulk een evenwichtsverstoring kan bijv. veroorzaakt worden door het wisselende electromagnetische veld van een stroomkring, waarin electrische trillingen (wisselstroomen) worden opgewekt.
Door Maxwell werd in 1873 theoretisch nagegaan, hoe de voortplanting plaats heeft; het blijkt, dat er periodiek wisselende electrische en magnetische velden ontstaan; de magnetische en de electrische kracht staan loodrecht op elkaar en beide staan loodrecht op de voortplantingsrichting der golven: de e. g. zijn dus transversaal. Maxwell vond verder, dat de golven zich in het luchtledig voortplanten met een snelheid van 300 000 km per sec teruggekaatst worden door geleiders en gebroken worden door isolatoren.
In 1887 gelukte het Hertz deze theoretisch gevonden eigenschappen ook experimenteel aan te toonen.De golflengte der in de radio toegepaste e. g. varieert van enkele cm tot vele km. De langere golven volgen de kromming der aarde, de kortste planten zich rechtlijnig voort. Terugkaatsing heeft plaats aan de aardoppervlakte en door de → Heavisidelaag.
Tot de e. g. behoort een groote verscheidenheid van verschijnselen. De kortste langs electromagnetischen weg verkregen golven hebben een golflengte van de orde van 0,1 mm, daarbij sluit aan het gebied der infraroode golven of warmtegolven, met golflengten tot 0,8 μ, vervolgens dat der lichtstralen, van 0,8 μ (rood) tot 0,4 μ (violet) (electromagnetische lichttheorie van Maxwell), dan dat der ultraviolette stralen (tot 0,02 μ), Röntgenstralen (tot 6 x 10-10 cm) en γ-stralen (tot 6 x 10-11 cm).
Lit.: Maxwell, Electricity and Magnetism ; Heinrich Hertz, Gesammelte Werke (lV); Bouttillon, La théorie et la pratique des radiocommunications.