Sedert de 4e eeuw is de plaats voor de toediening van het Doopsel de kerk, in het bijzonder de bisschopskerk, of de daarbij behoorende Doopkerk (→ Baptisterium), sinds 5e-6e eeuw ook zekere hoofdkerken (dekenkerken, enz.). Heden zijn het alle parochiekerken (C.I.C. can. 774), liefst in een bijz. kapel van deze(→ Doopkapel).
De plechtige D. mag nergens anders geschieden, tenzij met verlof van den bisschop (can. 776). In het Oosten wordt ook steeds in de kerk gedoopt, behalve in den Gr. ritus, volgens welken, sedert de Mohammedaansche overheersching, de D. veelal aan huis geschiedt. Louwerse.