Dandy - (Eng.) = fat, modegek, snob. De afleiding is onzeker.
Misschien komt het van het Fr. dandin = sukkel, hals, bloed; waarschijnlijker van het Eng. to dandie = spelen, liefkoozen; d. komt tenminste al in een oud volksrijm voor: Jack-a-dandy. Beter te vergelijken dan te vertalen! Het komt overeen met het tegenw. Eng. swell, masher; het Amer. dude; het Weensche Gigerl; den „galante” uit de 17e eeuw; den „petit-maitre” uit de 18e eeuw. → Dandyïsme.
Brouwer.