Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Curcuma

betekenis & definitie

Curcuma - een plantengeslacht van de familie der Zingiberaceae, komt met 42 soorten hoofdzakelijk in Zuid-Azië voor. Het zijn kruidachtige gewassen met een wortelstok, die vertakt is, terwijl de wortels aan het eind knolvormig verdikt zijn.

De trechtervormige bloemen zijn meestal wit of geel. C. longa is in geheel Zuid-Azië in cultuur. Bouman.

Onder Javaansche Curcuma-wortel (Jav. Temoe lawak) verstaat men dof-geelbruine, harde, dunne schijven van den wortelstok van Curcuma domestica. Bestanddeelen: vluchtige olie, die terpenen en turmenol (dat gemakkelijk in een naar gember-riekende vloeistof, curcumon, overgaat) bevat, een gele kleurstof, een bitterstof, curcumine en zetmeel. Curcuma-wortel wordt in de geneeskunde als krampstillend middel en carminativum gebruikt. Papier, in curcumatinctuur gedrenkt, wordt door een boorzuuroplossing, waaraan eenige druppels zoutzuur toegevoegd is, rood gekleurd, welke kleur door ammonia in grijsblauw overgaat.

L i t.: Comm. Ned. Pharm. Ed. V. Hillen.

Curcuma-zetmeel. Oost-Indische arrowroot of tikmeel is het zetmeel uit de wortelstokken van curcumasoorten. Het is een der bestanddeelen van kerriepoeder.

< >